Bijna 9 en niet kunnen lezen
4 december 2017
Daar zit hij dan. Een jongen van bijna negen. Zijn benen wiebelend op de grote groene stoel. Hij kijkt naar het boek en de doosjes die op tafel staan.
“Ik ben er niet zo goed in”, zegt hij zacht. Ik weet wat hij bedoelt. Een jongen met een grote leesachterstand die steeds meer verzet en smoesjes verzint om maar niet te hoeven lezen. Een jongen die alleen maar met vriendjes wil spelen, maar elke dag juist met extra leesopdrachten wordt geconfronteerd omdat hij het verklanken van woorden maar niet onder de knie krijgt. Hij is één van de vele kinderen die ik dagelijks als remedial teacher ontmoet.
Niet kunnen lezen is heel ingrijpend. Ondanks extra oefeningen geen grip krijgen op woorden. Ik zie het dagelijks. Naast de cognitieve problemen, zijn er ook de sociaal emotionele gevolgen bij dyslectische leerlingen. Maar hoe zorg je er nu voor dat leeszwakke en dyslectische kinderen geholpen worden?
Ieder kind doorloopt ontwikkelingsfasen, maar het tempo waarin dit gebeurt kan verschillen. Je kunt een fase niet overslaan en ook niet versnellen. De ontwikkelingen van kinderen verlopen ook niet geleidelijk maar schoksgewijs. Hersenen groeien en leggen steeds nieuwe verbindingen aan. Zijn deze verbindingen er niet, dan kan een kind de taak niet aan.
Bij het ontwikkelen van het lezen, ligt er, volgens Ewalt Vervaet, een belangrijke grens(fase) tussen met letters bezig zijn en het zien van losse letters en het lezen van woorden en klanken die daarbij horen. De ene fase bereidt als het ware de volgende fase voor.
Wanneer zijn kinderen toe aan het leren lezen en schrijven? Daar zijn de meningen over verdeeld. De gemiddelde leeftijd is 6 jaar en 6 maanden. Gemiddeld, want er zijn namelijk ook kinderen die een volgende fase pas bereiken tijdens hun zevende, achterste of negende levensjaar.
Dyslexie is een specifieke leerstoornis met een neurologische basis, waarbij de kern van het probleem ligt in het vlot lezen en spellen van woorden. Woordblind noemen sommige mensen het, maar of dyslexie hetzelfde is als woordblind valt te betwisten. Bij dyslectische kinderen gebeurt er in de hersenen iets anders dan bij mensen die niet dyslectisch zijn. Het is niet zo dat de hersenen niet goed werken, alleen het stukje wat voor taal belangrijk is werkt anders. Het is belangrijk om dyslexie op jonge leeftijd te herkennen want hoe eerder er met een goede basis gestart kan worden hoe minder problemen een dyslectisch kind ervaart.
Voor mij zit een jongen. “Ik ben hier heel goed in”, zegt hij. Ik weet wat hij bedoelt. Met een nieuwe methodiek leert hij lezen. Hij is een ster in het herkennen van plaatjes en woordpatronen. Hij leert klanken combineren wanneer woordpatronen en woordbetekenissen duidelijk zijn en je ziet hem groeien. Hij voelt zich competent, is betrokken en de motivatie spat er van af.
Hij is één van de redenen die het belang van onderzoek naar (aanvankelijk) lezen onderstrepen. Een onderzoek wat, met behulp van het innovatiefonds, dit jaar vorm gaat krijgen binnen de Piramide en de Brigantijn. Met dit onderzoek hoop ik nieuwe inzichten te krijgen op het gebied van lezen. Ik heb er zin in!
Aquilien van Stiphout
Terug naar overzicht